Gedachten ordenen


Als je gevoelens en gedachten overweldigend zijn, kan het helpen om te onderzoeken wat er van binnen bij je gebeurt. Als je meer grip krijgt op waarom je je zo voelt en wat je denkt, kunnen de gevoelens en gedachtes makkelijker te verdragen worden of in sterkte afnemen.


  1. Schrijf alle gevoelens en gedachtes die je hebt op.
  2. Geef met pijltjes aan welke gedachtes en gevoelens weer de andere gedachtes of gevoelens veroorzaken.
  3. Maak een lijstje met oorzaken waarom jij je nu zo slecht voelt.

Gedachten uitdagen


Als je helder helpt welke gedachtes je hebt, kun je gaan kijken ze wel allemaal kloppen. Vaak heb je in een crisismoment hele sterke overtuigingen die op dat moment als de waarheid voelen. Toch zijn deze overtuigingen meestal niet waar.


Stel jezelf de volgende vragen per gedachte:


  1. Denk ik dit altijd? Zijn er ook momenten geweest waarop ik hier anders over dacht? Waarom klopt het dan nu niet meer?
  2. Denken anderen dit ook? Zou ik dit ook denken als dit over iemand anders ging?
  3. Wat zou ik tegen een goede vriend zeggen die deze gedachtes had? Zou ik mijn vriend dan gelijk geven?
  4. Heb ik deze gedachte vaker gehad? Bleek het toen achteraf te kloppen?
  5. Heb ik bewijs voor deze gedachte?
  6. Weet ik 100% zeker dat het klopt wat ik denk? Wil ik het een kans geven dat het misschien niet volledig klopt?

Als het niet lukt


Soms lukt het niet om je gedachtes te ordenen en zijn je gevoelens te overweldigend. Het kan dan helpen om in plaats van te focussen op je gedachtes, het tegenovergestelde te doen: besluit om juist nu even niet meer na te denken over alles waar je mee zit en waar je je zorgen over maakt.


Besluit om het nadenken uit te stellen tot de volgende dag. Kijk alleen naar wat je nu kunt doen om door te tijd heen te komen en morgen kun je weer verder nadenken over bijvoorbeeld of je wel of niet verder wilt of kunt leven.


  • Schrijf op waar je nu juist niét over gaat nadenken. Voorbeelden: Ik ga niet nadenken over of ik verder wil leven. Ik ga niet nadenken over morgen. Ik ga niet nadenken over komende week. Ik ga niet nadenken over mijn behandeling. Ik ga niet nadenken over hoe ik uit dit dal kan komen. Ik ga niet nadenken over mails die ik aan mijn behandelaar verstuurd heb. Ik ga niet nadenken over hoe ik mezelf veilig kan houden de komende dagen.
  • Schrijf op wat je wel wilt doen. Je wilt je nu gaan focussen op deze ene avond of dag doorkomen. Maak een lijstje met wat je gaat ondernemen terwijl je bezig bent met dit doel te behalen. Welke activiteiten ga je doen om de tijd te vullen? En wat ga je doen als je het moeilijk krijgt?