(On)toelaatbaar slecht voelen


Soms voelt het alsof er maar twee opties zijn: je moet je nú beter gaan voelen, of je stopt. Maar eigenlijk stel je dan hele hoge eisen aan jezelf en de situatie. Je mag je niet héél slecht voelen, je mag je niet héél hopeloos voelen. Het moet beter worden of je geeft het op. Maar wat als je zou mogen toelaten dat je je zo voelt?


Hopeloos voelen betekent niet dat alles moet stoppen. Misschien betekent hopeloos voelen wel gewoon hopeloos voelen.


Hopeloos voelen mag. Net zoals te moe zijn en op zijn. Je mag alles ervaren en je mag niet meer willen. Die gevoelens zijn niet 'ontoelaatbaar', ook als het wel zo voelt. Er is geen tijdslimiet, je hoeft je niet nú beter te voelen. Wat je voelt, mag er zijn.


Het is niet gek om je opgejaagd te voelen om nú iets te doen aan de situatie. Maar je kunt niet altijd nu iets veranderen aan de situatie. Jezelf vragen te vechten om dat wel te doen, maakt je alleen maar radelozer. Hoe moeilijk het ook is, je mag jezelf toestemming verlenen om je te voelen zoals je je voelt.


Bij toelaatbaar slecht hoort óók hopeloos, radeloos en moedeloos en kapot voelen. Het mag er zijn, en het komt goed. Je bent bezig met beter worden en je bent goed bezig. Je gaat er komen, alleen is er tijd nodig. Je hoeft niet nu te beslissen, niet nu te veranderen of nu te stoppen.


Pijn verdragen


Misschien zit je met een gevoel dat (bijna) niet meer te verdragen lijkt. Maar je kunt het gevoel niet wegmaken of wegtoveren. Je kunt het proberen weg te duwen, maar het haalt je weer in. Soms helpt niks. Soms is je hoofd niet meer stil te krijgen en de pijn niet minder te maken.


Het voelt ondraaglijk, maar juist dat is nu het enige wat je kunt doen; verdragen van de pijn. Maar hoe doe je dat? Het is héél moeilijk, maar je kunt het wel. Het kan helpen het volgende tegen jezelf te zeggen:


"Mijn pijn voelt te groot om te verdragen.
Maar ik kan het wel verdragen.
Dat het niet zo voelt, betekent niet dat ik het niet kan.
Ik kan heel veel aan.
Ik kan deze pijn ook aan.
Ik mag de pijn toelaten.
Ik mag de pijn voelen.
Ik hoef het even niet weg te maken.
Ik hoef geen oplossingen te zoeken.
Ik hoef er nu niet over na te denken.
Ik mag het even voelen zonder te denken.
Ik mag het verschrikkelijk vinden wat ik voel,
maar het mag er nog steeds zijn, want ik kan het aan.
Ook als het voelt alsof het nu minder moet worden;
het hoeft nu niet minder worden.
Alles wat ik voel mag er zijn.
Het voelt misschien alsof er niets anders meer is dan dit,
maar ik weet dat er wel nog andere dingen bestaan.
Ik weet dat de dingen waar ik nu niet bij kan komen niet zijn verdwenen,
maar nu alleen op de achtergrond zijn geraakt.
Ik weet dat ik binnenkort weer iets anders kan gaan voelen.
Ik weet dat er een moment komt waarop alles weer draaglijker is.
Tot die tijd laat ik het toe zoals het nu is.
Ik laat het toe dat het héél erg zwaar is.
Ik laat het toe dat ik niet weet wat ik moet.
Want ik hoef nu helemaal niets.
Ik mag me voelen zoals ik me voel.
Ik kan het aan en het mag er zijn.
Ik vertrouw op mezelf."